Paragraaf weerstandsvermogen
Inleiding
In deze paragraaf kijken we naar de mate waarin de gemeente Uithoorn in staat is middelen vrij te maken (weerstandscapaciteit) om de financiële gevolgen van risico’s op te vangen.
Risicobeheersing is een instrument dat ingezet wordt om risico’s te beperken zodat we in staat blijven om onze doelstellingen te realiseren. De gemeente beheerst risico’s door risico’s te inventariseren en beheersmaatregelen uit te voeren om de risico’s te verkleinen. Twee keer per jaar worden de risico’s geïnventariseerd. In deze paragraaf geven we de belangrijkste risico’s weer.
Ook bevat deze paragraaf een aantal kengetallen voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. Omdat alle gemeenten deze kengetallen gebruiken kan de gemeente vergeleken worden met andere gemeenten. Zo is te zien hoe solide de financiële positie van Uithoorn is ten opzichte van andere gemeenten. In deze paragraaf worden de voorgeschreven indicatoren benoemd en toegelicht. De gemeenteraad heeft normen vastgesteld voor de indicatoren Dit geeft een indicatie van de financiële gezondheid van de gemeente.
In deze paragraaf gaan we in op de volgende aspecten:
Financiële positie in kengetallen.
Bestaand beleid weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Risicoprofiel en bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit.
Beschikbare weerstandscapaciteit.
Conclusie weerstandsvermogen: In hoeverre kunnen de risico’s worden opgevangen?
Financiële positie in kengetallen
Onderstaande kengetallen moeten verplicht in de begroting worden opgenomen. Deze getallen kunnen helpen bij de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. Het geeft inzicht in de financiële ruimte waarover de gemeente al dan niet beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen opvangen, de financiële weer- en wendbaarheid. De raad heeft normen vastgesteld voor de kengetallen, en daarmee richting gegeven aan het financieel gezond beleid.
Kengetallen: | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | Norm |
---|---|---|---|---|---|
Netto schuldquote | 65% | 74% | 77% | 75% | < 100% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 66% | 75% | 78% | 77% | < 100% |
Solvabiliteitsratio | 52% | 49% | 48% | 48% | > 20% |
Structurele exploitatieruimte | -3% | -1% | 0% | 1% | > 0% |
Grondexploitatie | 3% | 4% | 0% | 0% | - |
Belastingcapaciteit* | 105% | 105% | 105% | 105% | - |
Hierna wordt per kengetal weergeven welke verhouding wordt uitgedrukt, en wordt een beoordeling van de kengetallen gegeven.
Netto schuldquote en netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De schuldquote is de verhouding tussen schulden en jaarlijkse inkomsten. Een hogere schuld geeft een hogere netto schuldquote. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven.
Door de verkoop van Eneco hoeft de gemeente Uithoorn voorlopig
geen nieuwe leningen aan te gaan voor herfinanciering van aflossingen. Dit heeft een positief effect op de meerjarige ontwikkeling van de schuldquote. De tijdelijke ophoging van de norm schuldquote naar <110% (besloten bij de begroting 2020) is daarmee niet langer noodzakelijk.
Op de middel lange termijn blijft wel minder ruimte over vanwege de substantiële investeringenvoor onder andere de Multi Functionele Accommodaties en het Dorpscentrum. Samen met andere investeringen zien we een investeringsopgave van circa € 40 miljoen. Daardoor zal de financieringsbehoefte toenemen.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio drukt het eigen vermogen uit als percentage van het totale vermogen. Het laat zien welk deel van het gemeentebezit is afbetaald en geeft daarmee inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De mate van weerbaarheid geeft in combinatie met de andere kengetallen een indicatie over de financiële positie van een gemeente. Door de verkoop van Eneco is de solvabiliteitsratio sterk verbeterd. Ook hier zien we een afname door de genoemde investeringen.
Grondexploitatie
De afgelopen jaren had de grondexploitatie een forse impact op de financiële positie van een gemeente. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten van de gemeente. Het is belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is of grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. De verkoop van gronden zorgt ervoor dat dit kengetal richting de 0% beweegt. Overigens is de grondexploitatie van Green Park Aalsmeer Gebiedsontwikkeling B.V. (GPA) buiten beschouwing gelaten. Uithoorn bezit 50% van de aandelen en staat garant voor een bedrag van € 50 miljoen.
Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende-zaakbelastingen (OZB). Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken.
Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen, en of er financiële ruimte is voor nieuw beleid. Hoewel er geen maximale hoogte van de OZB bestaat, geeft deze indicator een beeld dat meegewogen kan worden bij besluiten omtrent belastingen.
Deze indicator vergelijkt het geldende tarief in de gemeente Uithoorn met landelijk gemiddelde tarieven. De belastingcapaciteit wordt gerelateerd aan de hoogte van de gemiddelde woonlasten. De woonlasten bestaan uit OZB en riool- en afvalstoffenheffing. De riool- en afvalstoffenheffing zijn in Uithoorn kostendekkend.
De mate waarbij een tegenvaller kan worden bijgestuurd, wordt ook wel de wendbaarheid van de begroting genoemd. De belastingen en heffingen worden verder toegelicht in de paragraaf 'lokale heffingen'.
Beleid weerstandsvermogen en risicobeheersing
Binnen de gemeente worden de risico’s nauwlettend gemonitord. Per afdeling worden de risico’s en de ontwikkelingen daarbinnen bewaakt. De ontwikkelingen omtrent risico’s worden centraal bijgehouden en bij besluitvorming vormt risicomanagement een vast onderdeel. Het beleid is erop gericht om risico’s waar mogelijk te vermijden of anders maatregelen te treffen om risico’s te verkleinen of af te dekken. Bijvoorbeeld door verzekeringen. Voor risico’s die niet afgedekt zijn moet de gemeente een weerstandsvermogen hebben.
Risicoprofiel en bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit
Minimaal tweemaal per jaar wordt er op basis van de geïnventariseerde risico’s een risicoprofiel samengesteld. Op basis van kansberekening is het risicoprofiel bepaald op € 10,9 miljoen.
De geïnventariseerde risico’s zijn in onderstaande risicokaart weergegeven, waarbij het gevolg in geld is afgezet tegen de kans dat het risico zich voordoet. Het betreft de inventarisatie van concrete en specifieke risico’s, na het treffen van beheersmaatregelen.
Groter dan 500.000 | 2 | 3 | 4 | 1 | - |
250.000 – 500.000 | - | 4 | 3 | 1 | - |
100.000 – 250.000 | 4 | 3 | 4 | - | 2 |
25.000 – 100.000 | 6 | 19 | 9 | - | 2 |
Kleiner dan 25.000 | 17 | 2 | 11 | 1 | 6 |
Kans | 10% | 30% | 50% | 70% | 90% |
Uitgangspunt is dat het risicoprofiel afgedekt moet zijn door risicoreserves. Bovendien worden grote risico’s extra afgedekt (ratio 2). In de huidige situatie is de ratio 2 van toepassing op de specifiek benoemde risico’s: GPA en het sociaal domein.
De geïnventariseerde risico’s vermenigvuldigd met de ratio is de benodigde weerstandscapaciteit bepaald op € 16 miljoen. Overeenkomstig de beleidsuitgangspunten van de nota Weerstandsvermogen en risicobeheersing moet het risicoprofiel vermenigvuldigd met de ratio volledig worden afgedekt met reserves.
Belangrijkste risico’s
Op basis van kansberekening is het gewicht van de diverse risico’s weergegeven in onderstaande tabel.
Risico | Ratio | Gewicht |
---|---|---|
Green Park Aalsmeer (GPA) | 2 | 50% |
Bouwgrondexploitaties (BGE) | 1 | 12% |
Sociaal domein | 2 | 13% |
Overige risico’s | 1 | 25% |
Hierna volgt een toelichting op hoofdlijnen van de belangrijkste risico’s van de gemeente.
Green Park Aalsmeer (GPA)
Het belangrijkste risico van de gemeente Uithoorn is een toename van het tekort op de exploitatie van GPA. Gemeente Uithoorn en gemeente Aalsmeer participeren beiden voor 50% in GPA. Beide gemeenten staan voor 50% garant voor een bedrag van maximaal € 100 miljoen voor GPA. GPA is in 2004 opgericht om een bedrijventerrein te realiseren aan de omgelegde N201. Ook was het de bedoeling om de gemeentelijke bijdrage aan de omlegging van de N201 te betalen met het financiële resultaat van de grondexploitatie. Bij een tekort op de grondexploitatie wordt de gemeente uit hoofde van de garantstelling aangesproken voor dit verlies. Hoewel het project steeds meer vorm krijgt blijft er een kans dat de grondexploitatie van GPA met een tekort eindigt. Gezien de doorlooptijd en de omvang van het project is het risicoprofiel in deze begroting niet gewijzigd ten opzichte van de jaarrekening 2019.
Sociaal domein
Bij het sociaal domein zijn in de afgelopen jaren substantiële verbeteringen aangebracht die de grip versterken. Er blijven evenwel onzekerheden over de omvang uitgaven en de inkomsten. De onzekerheden worden op onderdelen versterkt door de coronacrisis, met name voor de BUIG (uitkeringen). Op de lange termijn kan de vergrijzing effect hebben op de Wmo-voorzieningen.
Overige risico’s
De overige risico’s bestaan uit ongeveer 80 onderwerpen. De belangrijkste hiervan zijn het gemeentefonds, en de herziening hiervan. Ook zijn de ontwikkelingen na de coronacrisis onzeker: wat betekent dit voor de gemeente? Verder komt onder aan de orde nieuwe wetgeving (onder andere de Omgevingswet), risico’s binnen verbonden partijen (omgevingsdienst, veiligheidsregio, GGD), schadeclaims, ICT/digitalisering en personeel (wachtgelden, arbo, arbeidsmarkt). Op een aantal van deze risico’s heeft de gemeente geen invloed, maar voor het merendeel van de risico’s zijn beheersmaatregelen benoemd.
Beschikbare weerstandscapaciteit
Volgens het bestaande beleid worden de risicoreserves afgestemd op het risicoprofiel. De risicoreserves moeten een weerstandscapaciteit bevatten van € 16 miljoen. De Algemene risicoreserve bedraagt per 1-1-2021 naar verwachting € 49 miljoen. Daarmee is de Algemene risicoreserve ruim op het vereiste niveau.
Overigens kunnen naast de Algemene risicoreserve andere onderdelen worden aangemerkt als weerstandscapaciteit. Zoals de post Onvoorzien en de Budgetegalisatiereserve en eventuele stille reserves. Ook belastingcapaciteit kan als weerstandsvermogen worden aangemerkt (zie kengetallen in deze paragraaf). Indien noodzakelijk kan een beroep op deze bestanddelen worden gedaan.
Conclusie weerstandsvermogen
Beoordeling weerstandscapaciteit | |
---|---|
Benodigd weerstandsvermogen | 10,9 miljoen |
Benodigde reserve bij ratio 2 (grote risico’s) en 1 (overige risico’s): | 16 miljoen |
Stand Algemene risicoreserve per 1-1-2021 | 49 miljoen |
Overschot weerstandsvermogen | 33 miljoen |
Gemiddelde ratio weerstandsvermogen | 4,5 |
Integrale beoordeling van alle risico’s: | 1-9-2020 |
Het weerstandsvermogen wordt bepaald door het risicoprofiel (€ 10,9 miljoen) af te zetten tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. Hieruit volgt een ratio die de mate van weerstandsvermogen van de gemeente aangeeft. De beschikbare weerstandscapaciteit wordt in deze berekening beperkt tot de stand van de Algemene risicoreserve (€ 49 miljoen). De ratio komt uit op 4,5. In zijn algemeenheid wordt dit beoordeeld als ruim voldoende weerstandsvermogen. Dat wil zeggen dat beschikbare weerstandscapaciteit toereikend is om de (financiële) gevolgen van de geïnventariseerde risico’s op te vangen.