Overzicht baten en lasten

Maatschappelijke ondersteuning

2019

2020

2021

2022

2023

2024

Lasten

17.347

18.913

18.175

18.050

18.042

18.035

Baten

398

242

242

242

242

242

Saldo baten en lasten

-16.949

-18.671

-17.933

-17.808

-17.801

-17.793

Toevoegingen aan reserves

-

-

-

-

-

-

Onttrekkingen aan reserves

-

-

-

-

-

-

Saldo reserves

-

-

-

-

-

-

Saldo

-16.949

-18.671

-17.933

-17.808

-17.801

-17.793

Toelichting financieel overzicht deelprogramma Maatschappelijke ondersteuning

Baten (neutraal)

Het verschil aan de batenkant is < € 0,1 miljoen en wordt derhalve niet toegelicht.

Lasten (positief € 0,738 mln.)

Het postieve verschil wordt veroorzaakt door diverse hogere en lagere kosten binnen dit deelprogramma. Hieronder worden deze belangrijkste verschillen, zowel voor- als nadelig, toegelicht.

Bij Duo+ heeft een actualisatie van de doorbelasting aan de diverse taakvelden plaatsgevonden. Vanuit deze actualisatie worden minder uren toegerekend aan taakvelden binnen dit deelprogramma. Daarnaast zijn er in 2021 lagere maatwerkbijdragen aan Duo+ voor specifieke projecten, zoals de regievoerder statushouders en de bijdrage voor de doorontwikkeling sociaal domein. In totaal levert dit een positief effect op van € 0,4 mln.

Lagere doorbelasting van personeelslasten. Met name door een eenmalig budget in 2020 voor het opstellen van het Koersplan Sociaal domein. (positief € 0,053 mln.)

De bijdrage aan de Gemeenschappelijke regeling Openbare Gezondheidszorg Amsterdam-Amstelland is conform de vastgestelde begroting van de GR opgenomen. De stijging binnen de begroting heeft met name betrekking op indexering als gevolg van loon- en prijsontwikkelingen. In totaal levert dit een negatief effect op van € 0,085 mln.

Voor 2021 zijn de subsidieplafonds geïndexeerd. Daarnaast heeft er bij de 1e turap 2020 een eenmalige verlaging van het subsidieplafond voor Generalische Ambulante Jeugdhulp plaatsgevonden. Per saldo levert dit een negatief effect op van € 0,06 mln. op.

Bij de 1e turap 2020 zijn eenmalig extra middelen beschikbaar gesteld voor het bestendigen van het Sociaal Team. De kosten voor het Sociaal team bestonden voornamelijk uit inhuur. In de loop van 2020 is deze inhuur veelal ingevuld door vaste formatie. Dit levert voor 2021 een positief effect op van € 0,21 mln.

Bij de 1e turap 2020 is een structurele verhoging voor Huishoudelijk hulp opgenomen. Deze verhoging wordt met name veroorzaakt door aanpassing van de tarieven naar een reële kostprijs Wmo op grond van de Algemene Maatregel van Bestuur Wmo 2015 als gevolg van een nieuwe aanbesteding. Daarnaast is er een stijging in het aantal aanvragen als gevolg van het ingevoerde landelijke abonnementstarief en een te verwachte stijging als gevolg van vergrijzing. Voor 2021 is tevens een indexatie van de tarieven opgenomen. Dit levert een negatief effect op van € 0,03 mln.

Bij de 2e turap 2020 zijn de kosten voor specialistische jeugdhulp op basis van de ontwikkeling in het 2e kwartaal opnieuw doorgerekend. Hierdoor heeft er een bijstelling plaatsgevonden. Deze bijstelling had met name betrekking op de afrekening van voorgaande jaren en het terughalen van kosten voor duurzame trajecten. Daarnaast gaat het om jeugdigen binnen het speciaal onderwijs, die niet in de bestaande SPIC's (segmenten B of C) zijn opgenomen. De stijging is vooralsnog incidenteel in 2020 verwerkt. Als gevolg hiervan leidt dit in 2021 tot een positief effect van € 0,22 mln.

Daarnaast zijn er nog diverse kleine verschillen met een positief effect van € 0,03 mln.

Stel uw document zelf samen

SELECTIE

0 - geselecteerd

Direct downloaden


Volledige pdf